The Gambia
Bezienswaardigheden
(De bezienswaardigheden met een (*) hebben wij op onze reis ook bezocht, en zijn méér dan de moeite waard!
Moest je interesse hebben, de ideale gids: Muhha L. Sanneh (zie contactgegevens voor meer info)
• De Gambia-rivier (*) kan worden overgestoken vanaf Banjul aan de zuidoever, met een ferry naar Barra, aan de noordoever. Er vertrekt elke 'paar uur' een ferry - de tijden zijn niet bekend en variëren per dag. Er kunnen enorm veel mensen op de boot, evenals vrachtwagens en andere vervoermiddelen. De ferry is de meestgebruikte transportwijze: Het alternatief is om de rivier heen te rijden, wat ongeveer twee dagen kan duren. Vrachtwagens staan daarom een aantal uren/dagen in een rij voor de ferryboot. De onderste verdieping van de boot wordt voornamelijk gebruikt voor vervoermiddelen, terwijl de tweede verdieping vol staat met mensen.
• James Island (*)is een werelderfgoedlocatie. De plaats is met name belangrijk vanwege haar getuigenis van de slavernij, als verzamelpunt van slaven totdat slavernij was afgeschaft. De Gambia-rivier was de eerste handelsroute voor het midden van Afrika, en was daarmee ook de corridor vanwaar de slaven werden aangevoerd. Het fort op het eiland is in 1651 gebouwd door Duitsers, afkomstig uit het Hertogdom Koerland en Semgallen. Zij noemden het eiland Sint-Andreas. 10 jaar later veroverden de Britten het eiland. De naam van het eiland is toen ontleend aan de heersende koning Jacobus II.
• De Steencirkels van Senegambia vormen ook een werelderfgoedlocatie. De cirkels bestaan uit tien tot twintig rechtop staande stenen van min of meer dezelfde grootte en hoogte (gemiddeld 2 meter). De stenen zijn van een soort die relatief makkelijk te ontginnen is, maar eens blootgesteld aan de lucht verharden ze. De doorsnede van de cirkel bedraagt 4 tot 6 meter.
• Abuko Nature Reserve (*)is een natuurpark gelegen buiten het dorpje Lamin in het Kombo North-district. Met 105 hectare aan grond is het een van de kleinste beschermde gebieden in Afrika, maar het biedt nog steeds een goede introductie tot de Gambiaanse flora en fauna. Zo leven er apen, krokodillen en zo'n 300 soorten vogels.
• Kachikally Crocodile Pool (*)is een krokodillenpoel met zo'n 100 krokodillen. De dieren krijgen veel eten, waardoor ze verslappen. Hierdoor kunnen toeristen de krokodillen aaien. De krokodillen reageren vrijwel niet op fysiek contact.
• Senegal is het buurland van Gambia en omringt het land. Hierdoor is het vrij gemakkelijk om een bezoek te plegen aan dit land. Een visumaanvraag is wel noodzakelijk.
• Paradise Beach (*)is een strand in het zuidwesten van het land. Op dit strand bevinden zich allerlei palmbomen en handgemaakte loungebanken. Er zijn veel restaurants en een groot deel van de toeristen bezoekt het strand.
Lamin Lodge is een houten lodge op palen, in de Gambia-rivier, midden in de mangrovebossen. Meestal gaat een bezoek gepaard aan een boottocht door de omringde wateren.
Informatie over Gambia:
Onderwijs
Iets meer dan een kwart van de bevolking heeft een school afgemaakt. Een veel groter percentage kan lezen en schrijven. Er bestaat geen leerplicht in Gambia. Kinderen kunnen op elk moment van hun leven instromen, maar gebruikelijk is dat dit gebeurt op vijf- of zesjarige leeftijd. Een vervolgopleiding wordt maar door zo'n 25% van de kinderen op het platteland gevolgd. Het zes jaar durende lager onderwijs is gratis. Het is verplicht om een schooluniform te dragen, waarvan de kosten betaald moeten worden door de ouders. Er zijn zowel particuliere scholen als scholen gefinancierd door de overheid. Op de veelal islamitische scholen wordt de Koran onderwezen, en daarom is het volgen van lessen Arabisch verplicht.De middelbare en hogere scholen berekenen hun kosten volledig door aan de ouders. Het middelbaar onderwijs valt uiteen in drie jaar junior secondary school. Daarna kan men nog verder op de senior secondary school. De hogere opleidingen duren gemiddeld vijf jaar. Hogere betekent in het geval van Gambia administratieve opleidingen en middelbaar technisch onderwijs. Ook heeft Gambia een universiteit: The University of Gambia in Serrekunda, vlakbij de hoofdstad Banjul.Hoewel het aantal scholen snel groeit, is er nog een chronisch tekort. Er zijn ruim 200 scholen voor lager onderwijs. Ongeveer 70.000 kinderen volgen dit onderwijs. Er zijn 25 scholen voor middelbaar onderwijs en 10 scholen voor hoger beroepsonderwijs. Slechts 15.000 scholieren volgen middelbaar onderwijs en nog minder, 1500 leerlingen, volgen hoger onderwijs.
Bevolkingskenmerken
Talen en stammen
Engels is de officiële taal in Gambia. Op de scholen wordt ook Engels onderwezen. De bevolking van Gambia is afkomstig van vele volkeren, ieder met hun eigen cultuur en taal. Deze stammen komen niet alleen in Gambia voor, maar in praktisch alle West-Afrikaanse landen. Er leven in Gambia ongeveer vijftien verschillende stammen die ca. 30 verschillende talen spreken. De belangrijkste stammen zijn Mandinka, Wolof, Fulani, Dyda, Serer en Serahule. De Mandinka leven in Gambia, Senegal, Guinee, Guinee-Bissau, Mali en Nigeria. Het is de grootste bevolkingsgroep, ongeveer 42% van de bevolking. De Fula leiden een zwervend bestaan. Ze hebben een opvallend lichte huidskleur, zodat hun oorsprong zeer waarschijnlijk niet in Afrika ligt, maar dat ze afstammen van de Arabieren. Er worden binnen de Fula-stam negen sterk verschillende dialecten gesproken. Achttien procent van de Gambiaanse bevolking behoort tot de Fula. De Wolof hebben altijd in Afrika geleefd en kwamen uit het gebied van de Sahara. De meeste Wolof wonen op dit moment in Gambia en Senegal. Zestien procent van de Gambianen behoort tot de Wolof-stam. Een andere groep mensen vormen de Aku, afstammelingen van teruggekeerde slaven en bevrijde slaven. De Aku zijn over het algemeen christenen en hebben vaak een Engelse achternaam. Van de Diola is historisch gezien weinig bekend. Toch wonen ze al heel lang langs vrijwel de gehele Atlantische kust van West-Afrika. Kenmerkend voor de Diola is de vorming van “clans”, families die zelfstandig binnen een stam gevestigd zijn. Tien procent van de Gambiaanse bevolking behoort tot de Jola-stam. Een kleine, maar belangrijke groep zijn ongeveer 1000 Libanezen die veel bakkerijen, restaurants en een belangrijk deel van de voedingsmiddelenimport in handen hebben. Verder leven er nog ongeveer 25.000 Senegalezen, voornamelijk als arbeidskrachten.
InwonersGambia telde in juli 2000 ruim 1,3 miljoen inwoners. De bevolkingsdichtheid is ongeveer 120 inwoners per vierkante kilometer en Gambia staat daarmee op de vierde plaats van dichtstbevolkte landen van Afrika. De meeste Gambianen wonen in de kuststreek, waar ook de grote steden liggen. De meeste inwoners heeft Serekunda, ongeveer 275.000; in de hoofdstad Banjul wonen ongeveer 42.000 mensen en is daarmee een van de kleinste hoofdsteden van Afrika. Omdat het op een eiland ligt kan Banjul eigenlijk niet veel groter worden en is dan ook qua inwoneraantal voorbijgestreefd door Serekunda.
De derde stad van Gambia, Brikama, telt ongeveer 41.000 inwoners. De trek naar de steden is groot; in 1995 woonde 26% van de bevolking in steden. Het geboortecijfer ligt erg hoog; per 1000 inwoners worden er 43 kinderen geboren en vrouwen krijgen gemiddeld 5,7 kinderen in hun leven. De zuigelingensterfte is ook hoog; 80 van de 1000 kinderen sterven in het eerste levensjaar. De bevolkingsopbouw van Gambia is volstrekt niet te vergelijken met de West-Europese; kinderen en jongeren tot en met 14 jaar maken 45% van de bevolking uit. De gemiddelde levensverwachting is 53 jaar (vrouwen 55, mannen 51 jaar). De inwoners van Gambia zijn over het algemeen vriendelijk ingesteld. Opmerkelijk is dat vrijwel elke Gambiaan elkaar gedag zegt. De meeste Gambianen wonen in de kuststreek, waar ook de grote steden liggen.
Religie
Gambia is een grotendeels islamitisch land. Rond de 90% van de bevolking is islamiet. Ongeveer 10% van de bevolking behoort tot de rooms-katholieke of de anglicaanse kerk. Verder zijn er nog kleine groepjes methodisten en Zevendedagadventisten. Het animisme is als formeel geloof verdwenen. Het animisme is een oergeloof waarbij men gelooft dat alle aardse dingen zoals bomen, dieren of zelfs stenen, een eigen spirituele kracht bezitten. Toch leeft het nog in zekere mate voort, zelfs onder de moslims en de christenen. Ook bijgeloof speelt nog een rol. Omdat volgens de islam mannen maximaal vier vrouwen mogen hebben, komt met name in het binnenland polygamie nog regelmatig voor. In de steden is dit veel en veel minder het geval.